Opvallende statistiek over de DNA-databank voor Strafzaken, die DNA-profielen van verdachten, veroordeelden en overleden slachtoffers bevat. De database bevat sinds kort de DNA-profielen van meer dan 400.000 personen. Interessanter nog is het feit dat van alle sporen die door de politie zijn veiliggesteld voor een strafrechtelijk onderzoek, 62 procent nu een match levert. Het gaat om zo’n 200 tot 400 matches per maand. Dat zijn er best veel.
De DNA-databank bestaat sinds 1997. Vanaf 2005 worden in de databank DNA profielen toegevoegd van álle personen die veroordeeld worden voor een delict waar voorlopige hechtenis op staat. In de praktijk zijn dit voornamelijk misdrijven waar een gevangenisstraf van vier jaar of meer voor staat. Ook worden DNA-profielen van overleden slachtoffers van dergelijke misdrijven toegevoegd - of de identiteit van het slachtoffer nu wel of niet bekend is.
Op basis van het verdrag van Prüm uit 2008 worden nieuwe DNA-profielen van sporen en van personen elke nacht vergeleken met alle andere aangesloten DNA-databanken in Europa. Nadere lezing van Art 14.4c van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken leert dat inderdaad ook sporen (i.e. “het bijbehorende DNA-profiel van onbekende verdachten”) in de databank worden bewaard.
Als 62 procent van de DNA sporen een match opleveren, en er 200-400 matches per maand zijn, worden er kennelijk tussen de 320 en 650 DNA sporen per maand veiliggesteld. Als die allemaal uniek zijn (dat is onwaarschijnlijk) en deze getallen sinds 2005 (toen de databank veel breder werd ingezet) constant zijn geweest, zouden er in het ergste geval alleen al zo’n 160.000 sporen in de databank zitten.
Nog opvallender is natuurlijk het matching percentage zelf: bijna twee derde van alle DNA sporen die de politie zeker stelt bij het onderzoek naar een misdrijf betreffen dus al eerder veroordeelde personen (overleden slachtoffers laten immers geen sporen meer na). Is de recidive inderdaad zo hoog? Zijn er vele veelplegers die zich als de spreekwoordelijke ezel steeds weer tegen de DNA-databank-steen stoten? Of betreft het vooral matches met sporen van nog niet opgespoorde verdachten?
Of is een match niet alleen een perfecte match (i.e. het DNA profiel hoort echt bij de persoon die in de databank geregistreerd staat), maar kan het ook zo zijn dat het DNA profiel van een familielid als een match gerapporteerd wordt? Met andere woorden: als een oom van mij ooit verdeeld is voor een misdrijf, kom ik dan in beeld als verdachte als mijn DNA opduikt op de plaats van een delict? In dat laatste geval zou er wel een zorgwekkende bias in de opsporing zitten: familieleden van reeds veroordeelde personen hebben een grotere kans om als verdachte in beeld te komen. Die bias is sowieso al een probleem van zo’n DNA-databank, ook als er enkel perfecte matching met reeds veroordeelde personen plaatsvindt. Zoals Ybo Buruma in 2011 al enigszins gechargeerd schreef: “Men zoekt niet de dader van een bekende inbraak, maar de daden van een bekende inbreker.” (Zie WRR-Verkenning 25: De Staat van informatie.)
Of is er een andere verklaring voor deze opvallende statistiek? Ik hoor het graag!