Op 17 maart worden de Tweede Kamerverkiezingen gehouden. Vanwege de corona pandemie wordt de roep om uitstel groter. De angst voor besmetting zou tot een lagere opkomst en een vertekende uitslag kunnen leiden. Maar juist nu moeten de verkiezigen doorgaan. In tijden van crisis zijn verkiezingen belangrijk, omdat er iets te kiezen valt. Door spreiding van de verkiezingen over meerdere dagen wordt het risico van besmetting tot een acceptabel niveau verlaagd, zonder de noodzakelijk eisen voor een veilige en transparante verkiezingsuitslag en de bescherming van het stemgeheim geweld aan te doen. Dat laatste geldt juist niet voor het verruimen van de mogelijkheid van briefstemmen, waar sommigen voor pleiten.
Juist nu, in deze uitzonderlijke tijd, zijn verkiezingen belangrijk. Het kabinet is demissionair, dus alleen al om die reden is uitstel ongewenst. Maar veel belangrijker nog is het feit dat in tijden van crisis, waarin snel beslissingen moeten worden genomen, een regering die op dat moment toevallig aan de macht is uitzonderlijk veel macht heeft. Drastische maatregelen, die anders ondenkbaar zouden zijn, kunnen met een vloek en een zucht genomen worden. Er is simpelweg weinig tijd voor discussie. En in tijden van crisis is sowieso de (zeer begrijpelijke) hang naar consensus groot. Maar vanwege de coronamaatregelen is het daarnaast nog eens veel moeilijker een tegengeluid te formuleren, laat staan verzet te organiseren. Door thuiswerken, de horecasluiting en het sluiten van sociaal-culturele centra zijn mensen verstoken van direct informeel contact.
Dit heeft het kabinet de ruimte gegeven om, bijvoorbeeld, KLM te steunen zonder klimaateisen te stellen, sowieso het economisch belang boven het sociaal-culturele belang te stellen (universiteiten zijn eigenlijk al een jaar lang praktisch gesloten, en datzelfde geldt ook voor de concertzalen en theaters), en te kiezen voor het belang van de aandeelhouders (de beurskoersen zijn het afgelopen waanzinnig gestegen) in plaats van nu eens een basisinkomen in te voeren. Ook de coronamaatregelen zelf gaan sommigen te ver. Voorwaar een reden om uw stem uit te kunnen brengen over het beleid van dit kabinet: ter ondersteuning, of als signaal voor een koerswijziging.
De roep om uitstel is ingegeven door een (mijns inziens wel erg) grote angst voor besmetting met corona. Het kabinet heeft een aantal maatregelen genomen om de risico’s tot een (volgens mij) acceptabel niveau terug te brengen.
Vooral de langere openstelling van de stembureaus zou er voor moeten zorgen dat er op elk willekeurig moment van de dag slechts een enkeling aanwezig is. Ik woon zelf in een stad, dicht bij het centrum, en heb in al die jaren dat ik gestemd heb nooit meer dan een handvol mensen in het stemlokaal gezien. Het was vorig jaar in de winkel, of is nu in de supermarkt, ja zelfs op straat op dit moment drukker dan dat. Mensen onder de zeventig voor wie het alsnog onveilig voelt kunnen natuurlijk iemand anders machtigen. Die mogelijkheid is zoals gezegd iets verruimd.
Moeten we dan niet deze kwetsbare mensen, jonger dan zeventig, ook de mogelijkheid geven om per post te stemmen? Ik vind persoonlijk van niet, omdat het risico van briefstemmen echt hoger ligt dan stemmen in het stemlokaal.
Bij de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten zijn door Donald Trump zeer grote vraagtekens geplaatst bij de betrouwbaarheid van stemmen per post. Voor de meesten van ons is dat op zich al een reden om dat als volstrekte onzin (hij zou zelf zeggen ‘fake news’) van een slechte verliezer te zien. Maar het simpele feit dat ‘The Donald’ het zegt betekent nog niet dat er geen kern van waarheid in zit.
Volgens de Kiesraad en ook het eerdere rapport “Stemmen met vertrouwen” van de commissie Korthals Altes kleven er wel degelijk een aantal bezwaren aan het stemmen per post.
Ten eerste is daar een risico van een mogelijke inbreuk op het stemgeheim. Zoals ook de minister van Binnenlandse Zaken Ollongren schrijft:
Het feit dat de kiezer buiten een stemlokaal stemt, betekent verder dat er niet op kan worden toegezien dat in het geheim en in volledige vrijheid gestemd wordt. Net als bij het geven van een volmacht is bij briefstemmen nooit te verzekeren dat de kiezer niet onder druk wordt gezet om niet zelf in het stemlokaal te stemmen
Ook is de integriteit van de per brief uitgebracht stem minder goed beschermd. Vanaf het moment dat de kiesgerechtigde zijn of haar stem op de post doet, tot het moment dat de stem bij het briefstembureau afgeleverd wordt, is het toezicht op de bescherming van de stem beperkt. Stemmen (uit bepaalde regio’s) kunnen bewust achtergehouden worden of door overmacht niet op tijd bezorgd worden. Om dit probleem te omzeilen kan de kiesgerechtigde er voor kiezen om de briefstem op een speciaal daarvoor door de gemeente ingericht locatie af te (laten) geven. Er is ook een theoretisch risico dat (duidelijk als zodanig herkenbare briefstemmen) vervalst worden, zeker bij deze verkiezingen waarbij alle kiesgerechtigden ouder dan zeventig een geldig briefstembiljet toegestuurd krijgen. (Het briefstembiljet is overigens wel te onderscheiden van het stembiljet dat in het stemlokaal gebruikt moet worden.)
Daarnaast is er een risico gedurende de periode dat de stem bij de gemeente is bezorgd dan wel afgeleverd, en het moment dat de stem wordt overgedragen aan het briefstembureau. In deze periode is de burgemeester verantwoordelijk voor de veilige opslag van de stem, maar hoe die verantwoordelijkheid wordt ingevuld, en in hoeverre hier extern toezicht op plaatsvind is mij eerlijk gezegd onduidelijk. Ook hier ontstaat zo theoretisch een mogelijkheid voor fraude, waarbij wel moet worden opgemerkt dat de invloed van één gemeente op de totale uitslag (afhankelijk van de grootte van de gemeente) beperkt is (zie verderop).
Een vergelijkbaar risico is overigens netjes ondervangen voor de stembureaus die meerdere dagen open zijn. Daar worden de stemmen iedere dag na sluiting van het stemlokaal geteld (zie de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19). De stembussen hoeven dus niet twee avonden veilig bewaard te worden.
Waarom is de veiligheid van briefstemmen dan tot nu toe geen probleem? De reden hiervoor is eenvoudig: briefstemmen is vooral veilig omdat, in Nederland, zo weinig mensen per post stemmen. Tot nu toe was briefstemmen alleen maar mogelijk voor mensen die buiten Nederland wonen of verblijven. Volgens de officiële uitslag van de verkiezingen in 2017 hadden 80.660 Nederlandse kiezers in het buitenland zich geregistreerd om deel te nemen. Hiervan hebben er uiteindelijk 59.857 een geldige briefstem uitgebracht. De kiesdeler (het aantal stemmen dat nodig is voor het behalen van één zetel) lag bij die verkiezingen op (afgerond) 70.107. Met andere woorden: briefstemmers uit het buitenland maken hooguit één zetel verschil. Met 2.4 miljoen kiesgerechtigden ouder dan zeventig (bron, zie ook) wordt dat een ander verhaal. Bij eenzelfde opkomst (81,9%) en dezelfde kiesdeler gaat het al om 28 zetels. Daarmee neemt het kabinet al een risico. Verder oprekken is ongewenst.
Het pleidooi voor uitstel van de verkiezingen of het verruimen van de mogelijkheden voor briefstemmen lijkt met de beste democratische bedoelingen omkleed. Echter, het effect is tegenovergesteld: het ondermijnt juist het vertrouwen in de democratie en de uitslag van de verkiezingen. De verkiezingen moeten dus doorgang vinden, en het kabinet heeft daarvoor een goede vorm gevonden om het risico in deze tijden van corona afdoende te beperken.