Opkomen voor privacy, zelfs als het schuurt

November 3, 2020

Afgelopen zaterdag stond in de NRC een groot artikel over een met naam en toenaam genoemde mannelijke kunstenaar die zich bij meerdere vrouwen te buiten is gegaan aan stalking, lichamelijk geweld, aanranding en verkrachting. Het is een uitermate schokkend verhaal. Toch verbaasde mij het dat de NRC ervoor gekozen heeft zijn naam in het stuk te noemen. Ook deze klootzak heeft immers ondanks alles recht op privacy.

Voor alle duidelijkheid: het in het artikel opgetekende verhaal is zeker belangrijk om te vertellen, omdat het een aantal nog steeds bestaande structurele misstanden pijnlijk duidelijk maakt.

Mannen komen nog steeds weg met dergelijk gedrag, en worden daar amper op aangesproken, laat staan dat er voor hun echte consequenties aan verbonden worden. Zelfs als een significante groep mensen van dit gedrag op de hoogte is.

Het laat zien hoe een vrouw die jarenlang mishandeld en verkracht wordt niet op het idee komt om aangifte te doen, en zelfs zijn naam niet kan zeggen als de politie na een noodoproep haar te hulp snelt.

En je leest hoe lastig het nog steeds is voor vrouwen om aangifte te doen van aanranding of verkrachting, omdat de politie actief probeert aangiftes te ontmoedigen en er vervolgens ook niet veel werk van maakt.

Van de naar schatting honderdduizend slachtoffers van seksueel geweld die er per jaar in Nederland bijkomen, meldden afgelopen jaar slechts tweeduizend mannen en vrouwen zich bij de politie met een verhaal over verkrachting. Daarvan bleven vorig jaar maar 687 aangiftes over. In dat jaar zijn er maar 129 verkrachters door de rechter veroordeeld.

Maar om al deze belangrijke punten te maken had een geanonimiseerde versie van het artikel volstaan. (Waarbij moet worden opgemerkt dat voor de goede verstaander de identiteit van de kunstenaar waarschijnlijk toch wel duidelijk was geworden.)

De NRC heeft echter de weloverwogen beslissing genomen om de naam van de kunstenaar toch in het artikel te noemen. Zelf motiveert de krant deze beslissing als volgt.

De man om wie het gaat is bekend in de kunstwereld en heeft in die zin een publieke status. NRC heeft zijn privacy afgewogen tegen het maatschappelijk belang gezien die status en de ernst en frequentie van de beschuldigingen tegen hem. Dit heeft geleid tot de beslissing om in dit artikel wel zijn naam te noemen. Uiteraard is met hem contact gezocht. Hij verkoos niet te reageren.

Ik heb grote vraagtekens bij deze beslissing.

In hoeverre is er in dit geval sprake van een significant maatschappelijk belang gezien de status van de kunstenaar? Hij is bekend in de kunstwereld, in 2015 toegelaten op een werkplek aan de Rijksacademie en in 2018 genomineerd voor de Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst. Hij mag met de koning op de foto. Dan ben je inderdaad redelijk bekend, maar geen superster zoals bijvoorbeeld Daan Roosegaarde. En ook niet iemand met, voor zover ik het op afstand kan beoordelen, een duidelijke machtspositie binnen de kunstwereld. Want dat zijn denk ik wel aspecten op basis waarvan je moet beoordelen of er sprake is van een maatschappelijk belang. Speelt de persoon een belangrijke, invloedrijke, rol in het publieke leven? Heeft deze persoon een voorbeeldfunctie? Heeft de persoon in kwestie een bepaalde machtspositie (die het doen van aangifte of een eerlijke rechtsgang in de weg zou kunnen staan)? Het artikel maakt niet duidelijk dat het antwoord op elk van deze vragen duidelijk ‘ja’ is.

Ook de ernst en frequentie van de beschuldigingen zijn geen overtuigend argument (hoe erg die ook zijn). Andere ernstige zaken worden in de media besproken zonder dat de volledige naam van de verdachte of de veroordeelde wordt genoemd: denk bijvoorbeeld aan de geruchtmakende Ruinerwoldzaak van vorig jaar. Zelfs de achternaam van de moordenaar van Pim Fortuyn werd door de media in eerste instantie geanonimiseerd. Dat zelfde geldt voor de dader van de grote Amsterdamse kindermisbruikzaak uit 2010.

Daar moet wel bij worden aangetekend dat in geen van deze gevallen de dader een bepaalde publieke status en bekendheid genoot. Is dan de combinatie van beide aspecten (status van de persoon en ernst van de beschuldigingen) niet toch voldoende om de balans ten nadele van de privacy van de betrokkene te doen doorslaan? Daar wordt de balans zeker anders van, maar vanwege de toch beperkte rol die de persoon in kwestie in het publieke leven speelt, lijkt me toch dat privacy in deze moet prevaleren. Met andere woorden: zowel de ernst van de beschuldigingen als de rol in het publieke leven moeten beide zeer groot zijn om het recht op privacy terzijde te schuiven.

Daar speelt nadrukkelijk bij mee dat een veroordeling door de media niet wenselijk is, en zelfs averechts kan werken als de aangiftes die wel gedaan zijn uiteindelijk tot een rechtszaak leiden: komt het in zo’n geval tot een veroordeling of zal de rechter vinden dat de verdachte publiekelijk al genoeg gestraft is?

Al met al een onverkwikkelijke zaak, en ongemakkelijk om in deze toch op te komen voor het recht van privacy van een klootzak. Maar als we privacy werkelijk belangrijk vinden, moeten we er ook voor opkomen als het verschrikkelijk schuurt.

;;; Local Variables: ;;; ispell-local-dictionary:“nederlands” ;;; End: ***

In case you spot any errors on this page, please notify me!
Or, leave a comment.